Speak Up


Doelstelling                           Klik ook in menu op gebruikerservaringen

Speak Up is bedoeld als voorbereiding op het schoolexamen
gespreksvaardigheid zoals beschreven in het examenprogramma vmbo.
Het boek kan echter ook worden gebruikt in 3 havo/vwo en in alle
onderwijssituaties waarin gespreksvaardigheid over alledaagse
onderwerpen een doelstelling is, met name bij het volwassenenonderwijs.
Het
ERK niveau ligt tussen A2 en B1.
Aangezien de globale beschrijving van dit onderdeel in het
examenprogramma weinig houvast biedt, hebben zowel leerlingen
als docenten behoefte aan een concrete uitwerking van de
eindtermen gespreksvaardigheid.
Speak Up voorziet in deze behoefte
door een gefaseerde opbouw van de gespreksvaardigheid aan te bieden.   

Afstemming op de eindtermen gespreksvaardigheid

De eindtermen kunnen worden onderverdeeld in drie groepen:
• mondelinge sociale omgangsvormen, zoals begroeten, zich verontschuldigen;
• taalfuncties, zoals een mening geven of instemmen;
• alledaagse situaties en onderwerpen uit het dagelijks leven, zoals persoonlijke omstandigheden, vrije tijd  en school. 
• Alle in het
examenprogramma genoemde eindtermen worden in Speak Up geoefend. Voor een volledige lijst van de sociale omgangsvormen, taalfuncties en onderwerpen, zie de inhoudsopgave hier onder.   

Opzet

In hoofdstuk 1 ‘sociale omgangstaal en taalfuncties’ wordt een aantal veelvoorkomende uitdrukkingen aangeboden en geoefend. In de hoofdstukken 2 tot en met 29 komen de onderwerpen uit het examenprogramma aan de orde.
Om tot een goede gespreksvaardigheid te komen, is het noodzakelijk dat de leerling de voor het betreffende onderwerp benodigde woorden en uitdrukkingen productief beheerst. Daarom begint elk onderwerp met het aanbieden van deze taalmiddelen. Hierna volgen drie soorten oefeningen. 

Oefeningen   

De A-oefeningen bevatten een tiental deelopdrachten, waarin voorafgaande woorden en uitdrukkingen worden geoefend. Door de eenduidige antwoorden is een snelle klassikale verwerking mogelijk.
Voorbeelden:    
Zeg dat je in de zomervakantie gaat kamperen.
                    Vraag wat de huur van een appartement per week is.

De B-oefeningen hebben een meer open karakter, omdat de antwoorden voor elke leerling verschillend kunnen zijn, afhankelijk van zijn of haar situatie. Bij deze oefeningen zal de leerling meestal meer zinnen achter elkaar moeten produceren.
Voorbeelden:
Have you ever stayed at a hotel, holiday cottage, apartment or campsite? Tell something about it.
                 What is the difference between half board and full board?

De C-oefeningen bestaan steeds uit een voorgestructureerd gesprek waarbij de rolinformatie in telegramstijl in het Nederlands wordt gegeven. De keus voor beknopte rolinformatie in het Nederlands is heel bewust gemaakt: bij rolinformatie in het Engels worden erg veel structuren en zinswendingen weggegeven; gebruik van illustraties is vaak omslachtig en niet in alle gevallen duidelijk. Voor een vlot verloop van het gesprek is in de meeste gevallen de rol van een van de gesprekspartners reeds in het Engels gegeven.  
In de klas kan men als volgt te werk gaan. De leerling heeft thuis of in de klas het gesprek voorbereid. In de klas leest één leerling de reeds ingevulde rol op. De andere leerling reageert hierop. Na afloop wisselen de gesprekspartners van rol, zodat beide leerlingen een makkelijke en een moeilijke rol hebben gehad. Door hierbij in paren te laten werken, kunnen alle leerlingen in ca. tien minuten aan bod komen.
 De Engelse rol kan ook door de docent worden opgelezen, waarbij óf een en dezelfde leerling reageert, óf steeds een andere leerling.
Voorbeeld:

During a skiing holiday in Austria you talk with an Austrian boy/girl (A) about the summer holidays. Now you (Y) play your role.  

1.   A:     Where are you going this summer?
    Y:      Kust Zuid-Frankrijk: kamperen.
2.   A:    
Then you had better book early. Last year a lot of sites were full.
     Y:     Twee weken geleden plaats voor tent gereserveerd.
3.   A:    
How much is a tent pitch per night?
    Y:     Drie euro per nacht en toeristenbelasting. Aanbetaling van twintig euro.
4.   A:    
What kind of campsite is it?
    Y:     Veel voorzieningen: supermarkt, groot zwembad, tennisbaan, disco. Afstand tot strand één kilometer.
5.   A:    
That sounds great. How did you get the address?
    Y:     Internet: campingfrance.com. Boekingsformulier per e-mail opgestuurd.
6.   A:    
Are you going there by car?
    Y:     Vrachtwagen vader vriend. Gaat naar Lyon; vandaar liften.
7.   A:    
Have you been to the Mediterranean before?
    Y:     Met ouders en zus vorig jaar Rosas, Spanje; bungalow in vakantiepark vlak bij strand.
8.   A:    
And did you enjoy your stay?
    Y:     Weer prima. Mooi strand; zee erg schoon. (Bedenk zelf nog wat.)
9.   A:    
How long are you going to stay?
    Y:     Drie weken. Indien geld op: eerder naar huis.
10.  A:  
Do your parents pay for this trip?
    Y:     Zelf betalen. Vakantiebaantje in supermarkt eerste drie weken juli.

Het schoolexamen

Door de woorden en uitdrukkingen te bestuderen en de oefeningen door te nemen kan de leerling zich met Speak Up heel gericht voorbereiden op het schoolexamen gespreksvaardigheid. De oefenvormen uit het boek kunnen ook voor het schoolexamen gebruikt worden. In deze opzet krijgt de leerling eerst de opdracht enkele ‘losse taalfuncties’ te verwoorden, zoals in de A-oefeningen. Daarna moet hij reageren op enkele meer persoonlijke vragen, zoals in de B-oefeningen. Ten slotte volgt een voorgestructureerd gesprek, zoals bij oefening C. Voor dit doel kunnen eventueel gesprekken uit het boek worden gebruikt.

Software

Bij dit boek is een cd-rom verkrijgbaar  met de uitspraak van alle woorden en zinnen en oefeningen voor de onderdelen: woorden, zinnen en gesprekken.  

Inhoud
1Sociale omgangstaal, taalfuncties   
2 Persoonlijke omstandigheden  
3 Familie en relaties      
4 Wonen: huizen, indeling      
5 Wonen: huiskamer, slaapkamer
6 Wonen: badkamer, keuken, tuin 
7 Onderwijs
8 Vrije tijd: sport, hobby’s
9 Vrije tijd:ontspanning,uitgaan
10  Reizen en vakantie      
  
11  Reizen: boot en vliegtuig     
12  Reizen: trein         
13  Reizen: auto en bus      
14  Hotel     
15  Camping en bungalowpark      
16  Gezondheid        
17  Winkelen 1        
18  Winkelen 2        
19  Het ontbijt  
20  Uit eten 1  
     
21  Uit eten 2        
22  Het weer     
23 De weg vragen, wijzen        
24  Telefoneren       
25  Post- en geldzaken     
26  Politie       
27  VVV       
28  Werk en beroep     
29  Sociale zaken  
Voorbeeldpagina's
Engels idioom basis voor alle vaardigheden
Titels
Start Up
Step Up
Build Up
Follow Up
Speak Up
Spreekhulp Engels
Finish Up
Business Words
Voor grammaticaboeken
klik
hier
Vragen en antwoorden
over idioom en grammatica